28. mei, 2016

De Spreuken Vrouw deel 1

Table Talk met Cindy

De Spreuken Vrouw deel 1

Als we het hebben over de vrouw uit Spreuken, dan gaan onze gedachten meestal meteen naar de vrouw uit Spreuken 31, de lofzang over de degelijke huisvrouw.
En in dit stuk zitten inderdaad veel wijsheden en we kunnen er zeker veel over leren.
Iedere vrouw die regelmatig vrouwensamenkomsten bezoekt heeft vast wel eens een studie gehoord over de vrouw uit Spreuken 31.
Maar eerst wil ik gaan naar een andere “Spreuken vrouw”, de vreemde vrouw uit Spreuken.
Salomo waarschuwt zijn zoon hier om zich niet in te laten met deze vreemde vrouw, maar ook wij, als vrouwen die God willen eren kunnen leren van deze vreemde vrouw.
We hebben vaak voorbeelden en lijstjes van “Hoe het wel moet” maar dit is dan een voorbeeld van “Hoe het niet moet”.
Nu is het heel makkelijk om bij dit voorbeeld van deze vreemde vrouw al snel te denken aan andere vrouwen in de kerk. Die vrouw met het te korte rokje in de kerk die de mannen afleidt van de samenkomst. Maar dat bedoel ik niet.
We kunnen andere vrouwen niet veranderen, wel onszelf en een voorbeeld zijn voor andere vrouwen.
We kunnen naar deze vreemde vrouw uit Spreuken kijken en er iets van leren.

De vreemde vrouw

  • Ze vleit met haar woorden die druipen van honingzeem en haar gehemelte is gladder dan olie (2:16, 5:3)
  • Ze verlaat de leidsman van haar jeugd (2:17)
  • Ze vergeet het verbond van haar God (2:17)
  • Haar eindbestemming is bitterheid (5:4)
  • Ze is scherp als een tweesnijdend zwaard (5:4)
  • Ze is op weg naar de dood, haar voetstappen gaan naar het graf (2:18, 5:5)
  • Ze loopt niet op het pad ten leven (5:6)
  • Haar paden zijn doolwegen zonder dat ze het zelf weet (5:6)
  • Ze is onrustig en opstandig (7:11)
  • Haar voeten blijven niet thuis (7:11)
  • Ze is een diepe kuil en een nauwe put (22:14, 23:27)
  • Ze is dwaas en heeft nergens weet van (9:13)

Ik wil je aanraden om de referenties ook zelf eens te lezen voor je verder gaat.

Welke vrouw ben ik?

Van deze eigenschappen en kenmerken kunnen we ook wat leren.

Zijn wij de deugdelijke vrouw uit Spreuken 31 of hebben we ook wat eigenschappen en kenmerken van deze vreemde vrouw? En wat doen we eraan?
Ik wil graag een paar vragen op je afvuren voor zelfonderzoek waar we over na kunnen denken nu we deze vreemde vrouw bestuderen:

  • Wanneer ik spreek met andere (getrouwde) mannen, spreek ik dan vleiende zoete woorden of spreek ik zorgvuldig en bedachtzaam? Ben ik zedig en ingetogen (1 Tim. 2:9)?
  • Heb ik de leidsman van mijn jeugd niet verlaten? Groeit de liefde voor mijn man steeds meer of groei ik in ergernis naar hem toe? Zijn mijn woorden en daden voor mijn man een aanmoediging en ondersteuning en leiden ze naar ontmoediging en ruzie?
  • Ben ik het verbond van mijn God vergeten? Vergeet ik de Here in mijn dagdagelijkse taken en wordt mijn leven nog steeds getransformeerd door God en Zijn Woord?
  • Leiden mijn daden, gevoelens en gedachten naar bitterheid? Ben ik vergevingsgezind of houd ik vast aan wrok in mijn leven? Ben ik tevreden in het huis waar de Here mij geplaatst heeft als vrouw en helper van mijn man?
  • Zijn mijn woorden scherp als een tweesnijdend zwaard? Spreekt ik bedachtzaam en opbouwend? Spreek ik met wijsheid of zijn mijn woorden ondoordacht?
    “Ze doet haar mond open met wijsheid…” Spreuken 31:26
  • Op welk pad bevind ik mijzelf? Het pad naar de dood of het pad ten leven? Denk ik na over waar ik naar toe ga? Enkele Spreuken om biddend over na te denken hierbij: 3:6, 3:17, 3:21-23, 4:11, 4:14, 4:18, 4:25-27. Kan je je hierin vinden? Zijn je wegen lieflijke wegen en je paden vrede (3:17)?
  • Zijn de mensen met wie ik omga beïnvloed door mij op een goede manier en moedig ik mensen aan Bijbels te leven of beïnvloed ik mensen tot zonde? Roddel ik of bemoedig ik mensen? Bemoedig ik mensen met Gods Woord of met wereldse psychologie? Ben ik een aanstoot naar andere toe in hoe ik mij kleed? Of een aanstoot in mijn voorkomen? Draag ik goede vruchten in mijn leven die Christus weer spiegelen?
  • Ben ik onrustig en opstandig of heb ik een zachtmoedige en stille geest (1 Pet. 3:4)?
    Erken ik mijn Bijbelse rol als vrouw en wil ik daarin wandelen en handelen?
    Zouden anderen mij zien als onrustig en opstandig? Erken ik het gezag van mijn man?
  • Hoe denk ik over mijn huis? Ben ik graag thuis? Ben ik huishoudelijk (Titus 2:5)?
    Zorg ik goed voor mijn huisgezin (Spr. 31:27)? Of ben ik liever thuis weg?
    Ben ik teveel weg van huis voor onnodige dingen?
  • Waar leid ik anderen heen? Wijs ik hen naar de goede weg?
  • Ben ik dwaas of kom ik over als dwaas? Doe ik zelf dingen om bij te leren om zo een betere vrouw te worden en mijn man en kinderen beter te kunnen dienen?
    Bestudeer ik Gods Woord dagelijks?

Zomaar een paar gedachten over deze vreemde Spreuken-vrouw die ik met jullie wil delen.
Ik wil jullie aanmoedigen om te leren hiervan en om deze dingen te overdenken.
Wat ben ik voor vrouw? Hoe ben ik tegenover mijn man? Ben ik opbouwend en behulpzaam of ben ik een twistzieke vrouw? (21:9, 21:19, 25:4, 27:15)
Bouw ik mijn huis op of breek ik het af met mijn eigen handen? (14:1)
Hoe kleed ik mij en hoe gedraag ik mij?
Hoe ben ik tegenover andere mannen? Ben ik een “vreemde vrouw” zoals uit Spreuken voor andere mannen in mijn omgeving of in de kerk? 

Ik hoop dat ik je kan bemoedigen om te leven als een Godvrezende vrouw die God wil eren door haar levenswandel. Want een bevallige vrouw verkrijgt eer. (11:16)

Ik wil toch afsluiten met deze tekst uit Spreuken 31.
Een hele mooie tekst om uit te printen en uit je hoofd te leren:
“Bevalligheid is bedrieglijk en schoonheid vergankelijk, een vrouw die de HEERE vreest, die zal geprezen worden.” Spreuken 31:30

Ik wens jullie Gods zegen en wijsheid toe om de juiste Spreuken vrouw te mogen worden.

Deel deze pagina